Olympische Spelen 2020

Mountainbiker Mathieu van der Poel crashte omdat hij een plankje miste. Wegwielrenster Annemiek van Vleuten dacht goud te hebben gewonnen, maar zag een Oostenrijkse concurrente over het hoofd. Judoka Henk Grol werd in zijn allereerste wedstrijd al na 25 s door een Oezbeek op zijn rug gegooid. En BMX-rijder Niek Kimmann kwam zwaar ten val na een botsing met een Japanse official. Waarmee het rampscenario van de data-analisten van Sportcentrum Papendal realiteit dreigde te worden: niet meer dan 16 medailles op de uitgestelde 'coronaspelen' van Tokio.

Maar het kan verkeren. Want diezelfde Niek Kimmann pakte, ondanks zijn opgelopen blessure, gewoon een gouden plak in het Ariake Urban Sports Park. En ook Annemiek van Vleuten haalde alsnog haar gram door de wegtijdrit winnend af te sluiten.

Goud was er ook voor de roeiers (dubbelvier), de baanwielrenners (keirin, sprint én teamsprint), windsurfer Kiran Badloe, de vrouwenhockeyers en voor hardloopster Sifan Hassan natuurlijk. Die deed de wereld versteld staan met goud op de 5 én 10 km en brons op de 1 500 m.

Uiteindelijk ging Nederland met maar liefst 10 gouden, 12 zilveren en 14 bronzen medailles aan de haal (met een opgetelde omsmeltwaarde van resp. 8 000, 5 400 en 70 Amerikaanse dollars). En werd het en passant óók de beste sportnatie van de Europese Unie. Of toch niet?

Wat is dit?

Hierboven vind je drie verschillende Olympische tabellen in één. De eerste is een doodgewone medaillespiegel waarbij het land met de meeste plakken bovenaan staat. In de tweede en derde tabel is rekening gehouden met resp. het inwoneraantal en het bruto binnenlands product (BBP). Dus: bij een gelijk aantal medailles staat een land met een kleiner aantal inwoners of BBP boven een land met een groter aantal inwoners of BBP.

Voor alle tabellen geldt: goud gaat vóór zilver en zilver gaat vóór brons. Dat wil zeggen: 1 gouden plak is meer waard dan (bijv.) 100 zilveren medailles. De bovenstaande tabellen werden direct na sluiting van de Spelen samengesteld.